Klik en luister!

Instructies

  • Het voornaamste doel van de interactieve oefeningen is dat iemand met afasie zinvol en motiverend bezig is met taal.

    • Zinvol: de oefening moet aansluiten bij de mogelijkheden en beperkingen van de gebruiker. Dat moet per gebruiker, en per oefening bekeken worden. Een oefening hoeft niet altijd over taal te gaan; de 'klikbal' oefeningen zijn bijvoorbeeld bedoeld om te oefenen met de muis. Een oefening die te moeilijk of te makkelijk is, is niet zinvol. En ook: niet motiverend.
    • Motiverend: de gebruiker moet de oefening leuk vinden om te doen. Misschien geeft de oefening de gebruiker het gevoel dat hij of zij vooruit gaat. Veel oefeningen kunnen samen met een ander gedaan worden. De ander kan een therapeut zijn, een vrijwilliger, of een andere persoon met afasie. De computeroefening kan dan een veilige context bieden om samen te praten, te werken, of gewoon plezier te hebben. 

    Het einddoel is uiteraard dat de persoon met afasie beter gaat communiceren, en/of beter gaat lezen of schrijven. In het verleden werd gezegd dat onze hersenen geen spier zijn: je kunt hersenen niet trainen. Er werd ook gezegd: 'kapot is kapot'. Vaardigheden die verdwenen of verstoord zijn door de hersenbeschadiging, zouden niet meer terugkomen. Beide veronderstellingen zijn onwaar gebleken. Nee, er zitten geen spieren in onze hersenen, maar je kunt je hersenen wel trainen. En na een hersenbeschadiging kun je wel oude vaardigheden herleren en nieuwe vaardigheden leren.

    In algemene zin drage de computeroefeningen bij aan herstel: zinvolle en motiverende computeroefeningen zijn altijd beter dan niets doen. Maar samen met een ander de computeroefeningen doen, of samen met een ander andere leuke en motiverende dingen doen, is misshchien nog beter. 

    De computeroefeningen zijn een hulpmiddel, een tijdsbesteding, een doel. Vergelijk de computeroefeningen met kruiswoordpuzzels: hersengymnastiek!

     

  • Oefeningen die te moeilijk zijn, werken averechts: daar wordt de gebruiker alleen maar moedeloos en misschien woedend van. Een oefening kan te moeilijk zijn omdat de taak te moeilijk is, of omdat de woorden of zinnen niet herkend worden. Maar ook omdat de bediening van de computer een te hoge drempel is.

    De meeste personen met afasie kunnen alleen nog maar de linkerhand gebruiken. Sommigen zien maar een deel van de wereld: wat er rechts van hen gebeurd, wordt niet gezien. Sommigen zijn apractisch: typen of een muis bedienen lukt dan niet. Anderen hebben misschien geheugen problemen: hoe moet die oefening ook al weer?

    Bij de oefeningen op deze site hebben we de bediening zo eenvoudig mogelijk gemaakt. Veel oefeningen kun je op een iPad of andere computer met een aanraakscherm doen: dan kun je het programma gewoon met je vingers bedienen in plaats van met de muis. Maar ook dan kan de bediening een probleem zijn.

    Daarom is het - zeker in het begin - belangrijk dat er iemand naast de persoon met afasie zit. Om uit te leggen, voor te doen, of om samen uit te zoeken hoe het moet.

    Oefeningen die te makkelijk zijn, werken ook averechts. Alle oefeningen op deze site zijn ontwikkeld voor volwassenen, en niet 'kinderachtig'. De eerste oefeningen op de site plaatsen zijn van een laag niveau: woorden herkennen, simpele plaatjes benoemen. Dat doen we omdat personen met een 'lichtere' afasie op veel andere taal- en oefensites terecht kunnen. Op termijn komen er op deze site ook oefeningen voor deze groep.

     

  • We hebben dit (nog) niet onderzocht, maar we denken dat een vrijwilliger een persoon met afasie goed kan helpen bij de computeroefeningen.

    We denken ook dat de computeroefeningen een vrijwilliger over de drempel kan helpen. Zomaar over koetjes en kalfjes praten met iemand die moeilijk communiceert, of samen de krant lezen als je niet weet wat iemand begrijpt: dat is moeilijk.

    Samen een computer-oefening kiezen, samen uitzoeken hoe een programma werkt, samen reageren op de foto's of de vragen: dat is niet zo moeilijk. Zo kunnen personen met afasie elkaar ook helpen.

    Maar: die vrijwilliger - al of niet met afasie - moet wel aan een paar voorwaarden voldoen:

    • Niet betuttelen! Iemand met afasie is niet gek. Misschien kan iemand de muis niet bedienen, misschien weet iemand niet wat 'vis' betekent. Maar dat is een gevolg van de hersenbeschadiging. De rest van die persoon is intact en verdient respect! Niet boven de persoon met afasie gaan staan, maar naast hem of haar gaan zitten. Letterlijk en figuurlijk.
    • Niet doen alsof je een ouderwetse schooljuf of schoolmeester bent: 'heel goed', 'knap gedaan', 'een beetje beter je best doen'. Zou je zelf zo toegesproken willen worden? Nee toch? Niet doen dus.
    • Volgen, niet leiden. Heb je zelf wel eens naast een computeraar gezeten die je even zal voordoen hoe een programma werkt? De muis flitst van links naar rechts, is verdwenen, er gebeurt van alles, maar wat? En dan zegt de computeraar: 'dit hoef je niet te onthouden', of 'dit weet je natuurlijk al'. 'Eh, wat, waar, hoe?' 
      Niet doen dus. Laat de persoon met afasie de leiding nemen. Hij of zij bedient de computer, jij zit ernaast en volgt. Zo nodig: hier en daar een klein duwtje in de goede richting. Niet de muis overnemen, maar misschien wel aanwijzen waar die muis naar toe moet.
      En als je dan toch de muis of het toetsenbord overneemt: alleen de linkerhand gebruiken! Linkshandig? Dan alleen de rechterhand!. Je zult het merken dat dingen die je altijd op de automatische piloot doet, ineens een heel stuk moeilijker zijn. 
  • Werken met een computer kan lekker veilig en voorspelbaar zijn.

    Maar voor iemand die - recent - een CVA heeft gehad, is zelfs een computer niet veilig en wel confronterend en frustrerend. Stel je voor, je was een dagelijkse gebruiker van je co,puter of een fanatieke gamer. En ineens kun je de muis niet meer bedienen! De programma's en games die je voor de CVA gebruikte: onbegrijpelijk!

    Dan kan veel stress opleveren. De oefeningen op deze website kunnen dan ook confronterend zijn: zulke simpele oefeningen! Zo diep ben je gezonken... dat je zelfs die supermakkelijke oefeningen niet meer kunt..

    Het beste advies is om dan toch door te zetten. Op termijn komen er op deze site oefeningen van verschillende niveaus, met verschillende inhoud. Stapje voor stapje kan iemand dan misschien de weg terug vinden naar de vroegere programma's of games.

    Sommige van de oefeningen op deze site gebruiken woorden die misschien niet op de top-10 of zelfs top-100 staan van woorden die iemand weer wil kunnen zeggen of lezen.
    Dat is met opzet: als je een chef-kok was of een sporter, of een ....  dan wil je misschien juist oefenen met de woorden die vroeger belangrijk voor je waren. Of misschien met de woorden die nu belangrijk voor je zijn: de namen van je kinderen, je vrienden, de mensen en dingen om je heen.

    Maar als je bij die woorden in problemen komt, dan is dat veel erger dan wanneer je bij een computeroefening het woord 'fazant' of 'moer' niet weet. Er gaan dagen, weken, maanden voorbij waarin je die woorden niet nodig hebt. Nee, maar daarom zijn ze emotioneel dus ook minder beladen. En voor sommige personen, op sommige momenten: een veiliger keus dan oefenen met woorden of zinnen die wel veel (teveel) emoties oproepen.

    Nee, er is geen algemene regel. Soms is het beter om te oefenen met woorden die iemand letterlijk aanspreken, soms is het beter om te oefenen met 'veilige' neutrale woorden en zinnen.

     

Klik en luister!